Zakken (‘diezakken’)

#Hergebruik #Nul afval #Naaien #Huisgemaakte sits #Modulair design (zie ‘technieken van Zaankogerland’)

Handtassen waren, samen met schoenen, de onbetwiste melkkoe van de fast-fashion mode-industrie uit de laat-kapitalistische wereldeconomie. Miljoenen vrouwen kochten voor zichzelf bijna elk seizoen een nieuwe handtas die ze niet nodig hadden en waarin zij spullen droegen die ze ook (heel de dag) niet nodig hadden – want in wezen kon men in die tijd prima de deur uit met alleen een smartphone, sleutels en hooguit nog ID, lippenstift en medicijnen op zak.

De Zaankogerlanders hebben in 2090 sowieso geen handtas nodig omdat ze niet zo veel reizen. Het eiland is klein en de vrouwen kunnen makkelijk even naar huis om iets te halen. Zodra Zaankogerlanders voor wat langere tijd naar ‘de wal’ gaan, dragen ze een losse zak of ’diezak’ waarin ze hun noodzakelijkste spullen bewaren.

De diezak wordt gemaakt van de overgebleven stof waaruit eerder de kassekien of het schootjak werd geknipt. De rondingen bij de halslijn en armsgaten zijn er bijzonder geschikt voor. Deze druppelvormige delen worden in laagjes aan elkaar gestikt met een spleet in het midden of opzij, zodat een zakje ontstaat. De randen worden afgewerkt met een biaisband. De zak wordt rond de taille gedragen met een strikbandje of riempje.

Omdat de diezak over de kleding en zelfs over het schort wordt gedragen, is ze meteen ook weer een blikvanger, net als de sierbanden.

Zomerdiezak
Huisgemaakte sits in slakkenhuismotief. De diezak is langs de lijnen van de sitstekening doorgestikt.

Winterdiezak
Versierd met lasergesneden zeshoekjes, restmateriaal van voor iets anders gebruikte modules. De zeshoekjes zijn op de diezak van wol genaaid.

Lente- en herfstdiezak
Gemaakt van katoen en geborduurd in een motief van lichtblauwe zeshoekjes,

Bruidsdiezak
Gemaakt van lasergesneden windmolentjesmodules uit tweekleurig synthetisch vilt, die in elkaar zijn gehaakt met een ingesneden flapjes- en sneetjes-systeem.